Casestudie Venlo: interview

Venlo is een bestemming met een gunstige uitgangspositie. De binnenstad speelt hierin een belangrijke rol. De ambitie is om meer te focussen op kansrijke doelgroepen. Dit vraagt om een aanpassing en mogelijk uitbreiding van het aanbod. De stakeholders van de Venlose binnenstad gingen daarom begin 2023 aan de slag met de Leidraad Bestemmingsmanagement. Een gesprek met Marcel Tabbers, directeur van citymarketingorganisatie Venlo Partners.

Binnenstad Venlo verdient focus

“Venlo heeft veel te bieden. Van een levendige binnenstad tot kloosterdorp Steyl. En van de parel Arcen tot de prachtige natuur bij de Maas”, steekt Marcel Tabbers van wal. “Gaat het specifiek om de binnenstad, dan weten met name Duitse dagbezoekers Venlo goed te vinden. Maar er zijn meer bezoekersgroepen die we graag ontvangen”, zegt hij. “Want het is de mix van gebruikers die een binnenstad aantrekkelijk maakt.”

Van place to buy naar place to be

Reden voor Venlo Partners om samen met stakeholders aan de slag te gaan met de Leidraad Bestemmingsmanagement. Marcel: “Als je wilt bewegen van een place to buy naar een place to be, welke beleving hoort hier dan bij? En voor wie creëer je die? Dit zijn op hoofdlijnen de vragen die we willen beantwoorden met de methode van Bestemmingsmanagement.”

Werksessie met stakeholders

Het proces begon in januari 2023 met een algemene inventarisatie in de vorm van een werksessie met stakeholders. Beschikbare relevante informatiebronnen werden geïnventariseerd, van data tot beleidsdocumenten (zie de pdf met het overzicht van deze informatie. Ook bespraken de deelnemers aan de sessie de gemeenschappelijke uitgangspunten voor de ontwikkeling van de binnenstad als een product, met als doelgroep niet alleen dagbezoekers, maar ook inwoners, regiobewoners en toeristen.

Op naar het ontwikkelkader

Ten tijde van de publicatie van dit artikel zijn de stakeholders in gesprek over een concept ambitie en bereiden zij zich voor op het vervolg: het definiëren van een  ontwikkelkader. Marcel kijkt hiernaar uit. “De interpretatie van de data gaat ons veel leren. Zijn regiobewoners bijvoorbeeld inderdaad een kansrijke doelgroep? Heeft het voor Venlo  zin om een onderscheid te maken tussen dag- en verblijfstoeristen? En zo ja, welk aanbod ontwikkelen we dan om deze doelgroepen te bedienen?”, kadert hij de ontwikkeluitdaging. Om te vervolgen: “Brengen we het erfgoed dat achter onze gevels leeft meer in beeld? Creëren we nieuwe plekken voor de jeugd? En welke aanknopingspunten zijn er voor marketing in de regio? Zijn er thema ‘s waar we een programma van kunnen maken? Al deze keuzes kunnen wij straks onderbouwen met kennis en data.”

Streekweken

Aandacht is er ook voor bestemmingsontwikkeling. Hierbij wordt gekeken naar de kracht van stad en regio en de mogelijkheden voor aansluiting bij bestaand beleid. Marcel: “Zo hebben we vorig jaar de Streekweken ontwikkeld. Hiermee leggen we de link tussen de agrarische productie in de regio en de binnenstad, met restaurants en een streekmarkt. We bereiken hiermee onze drie belangrijkste doelgroepen: inwoners, dagbezoekers en regiobewoners.”

Portret Marcel Tabbers

Organiserend vermogen op orde

Verdere stappen in het proces van bestemmingsmanagement krijgen vorm in latere sessies. Maar de Streekweken maken één ding alvast duidelijk: met het organiserend vermogen in de Venlose binnenstad zit het wel goed. “Ondernemers, vastgoedpartijen, de gemeente, culturele instellingen en onderwijs weten elkaar allemaal goed te vinden in onze  binnenstad”, zegt Marcel.

Voorhoedespeler

Het is een samenwerking die de Leidraad Bestemmingsmanagement wat hem betreft gaat verdiepen.  “We hebben een uitgangspositie waar menig bestemming in Nederland jaloers op kan zijn. Maar het kan altijd beter. Wat we bijvoorbeeld nog kunnen winnen is focus. Als er voor de binnenstad eenmaal een plan ligt, onderbouwd met kennis en data, dan hebben we een beeld waarin we stakeholders mee kunnen nemen. Dan gaan we met elkaar richting de toekomst. Zo zorgen we dat we in de voorhoede blijven spelen. Venlo verdient het.”